De focus van de gemeentelijke strategieën ligt meer op de
integrale aanpak van de drie transities in het sociaal domein en minder vaak afzonderlijk
op de decentralisatie van de AWBZ naar de Wmo.
Punten die in de meeste gemeentelijke visies naar voren
komen, zijn:
• De eigen kracht of zelfredzaamheid van de burger
vergroten;
• Een integrale aanpak op dorps-, wijk- of buurtniveau;
• veel aandacht voor preventie;
• Een actieve, initiërende rol van de gemeenten in het
transitieproces.
Doelstellingen
De doelstellingen van de strategieën komen in grote
lijnen overeen. Het gaat om het verhogen van de participatie en
zelfredzaamheid, waardoor minder en/of minder snel een beroep wordt gedaan op
(zorg)voorzieningen.
Daarnaast legt een aantal gemeenten de nadruk op het
vergroten van de eigen regie van burgers en op vraagsturing, middelen waarmee
naar hun mening meer zorg op maat kan worden geleverd.
Wijkteams
De meeste gemeenten willen overgaan tot een vorm van
organisatie van (de toegang tot) zorg en ondersteuning op dorps-, wijk- of
buurtniveau.
Daarvoor worden diverse termen gebruikt zoals wijkteams,
wijkzorgteams, praktijkwerkplaatsen, sociale coöperaties, welzijnsnetwerken,
proeftuinen et cetera.
Soms gaat dit gepaard met een ambtelijke reorganisatie,
maar meestal niet.
Hoe pak je het inrichten van een sociaal wijkteam nu het
beste aan.
De 10 succesfactoren bij de inrichting van een sociaal
wijkteam
1. Richt het sociale wijkteam samen met bewoners in!
Laat bewoners meedenken en meebeslissen over de
inrichting van het sociale wijkteam. Wat vinden zij de belangrijkste sociaal
maatschappelijke vraagstukken in de buurt, wijk of dorp? Welke professionals hebben
zij nodig om hen daarbij te ondersteunen en te coachen?
2. Richt het sociale wijkteam niet probleemgericht in,
maar kansgericht!
Eigen kracht, samenredzaam en burgerregie zijn
belangrijke uitgangspunten voor een succesvolle aanpak. Benut naast de sociale,
ook de economische kansen in het gebied. Maak van het sociale wijkteam geen
casuïstieknetwerk.
3. Leg de nadruk op lichte zorg, hulp en ondersteuning!
Kies voor een preventieve aanpak en voorkom daarmee dure
professionele hulp en zorg. Wees present, dicht op het dagelijks leven en
gericht op zelfregie. Richt het sociale wijkteam in met professionals die dat
in de genen hebben.
4. Wees creatief en ondernemend!
De samenleving vraagt om creatieve denkers en doeners. De
ondernemende ondernemers. Mensen die de creativiteit en innovatiekracht uit de
samenleving kunnen halen en verbinden. Mensen die nieuwe oplossingen voor oude
problemen kunnen bedenken. Het sociale wijkteam moet dat zelf in zich hebben en
op zoek gaan naar deze verbinders in de lokale samenleving. Om samen met hen
kansen te benutten en problemen op te lossen.
5. Lokale logica boven institutionele logica!
Richt het proces in vanuit de lokale logica van de
bewoners en niet vanuit de belangen van de instituties. Dat leidt uiteindelijk
niet tot de gewenste effectiviteit en efficiëntie. Sterker nog door te
redeneren vanuit de instituties zal hulp en zorg alleen maar duurder worden.
6. Laat de 2e lijn de 2e lijn!
Waarom moeten de 2e lijnorganisaties opeens deel gaan
uitmaken van de frontlijnaanpak in de sociale wijkteams? Redenerend vanuit de
community, gaat het om ondersteuning bij een zorgvraag (de
wijkverpleegkundige), hulpvraag (de wijkmaatschappelijke werker) en
ondersteuning bij het organiseren van collectieve activiteiten, diensten en
voorzieningen (de opbouwwerker). Eventueel aangevuld met vraagstukken op het
gebied van wonen (de woonconsulent), veiligheid (de wijkagent), scholing en
werk (activeringsmedewerker gemeentelijke sociale dienst). Als er een
specialistische hulp- en zorgvraag op tafel komt kan de specialist op maat
ingevlogen worden.
7. De generalist bestaat niet!
Het bestaat niet dat 1 professional én zorg kan verlenen
én hulp kan verlenen en ook nog eens bewoners kan ondersteunen, trainen en
coachen bij het ontwikkelen en uitvoeren van collectieve activiteiten, diensten
en voorzieningen. Een sociaal wijkteam moet wel een generalistisch team zijn.
Dat betekent samen breder kijken, denken en doen.
8. In elk sociaal wijkteam moet tenminste 1 opbouwwerker
zitten…(Jos van der Lans)!
Dit was een statement van Jos van der Lans tijdens het
3daagse opbouwwerkfestival Krachtproef. De WMO en Welzijn Nieuwe Stijl gaan in
de kern om collectieve voorzieningen vóór individuele voorzieningen. De
specialist om bewoners te ondersteunen bij de ontwikkeling en uitvoering van
collectieve activiteiten, diensten en voorzieningen en het proces daarop
inrichten en regisseren, is de opbouwwerker of een andere community werker. Het
niet opnemen van deze professional in de sociale wijkteams, gaat ten koste van
de collectieve voorzieningen, een duurzame sociale aanpak en daarmee de
effectiviteit en efficiëntie van de sociale wijkteams.
9. Visie is geen blauwdruk, maar een lange zichtlijn…(Jan
Rotmans)!
De inrichting van de sociale wijkteams is niet hét antwoord
op de transities. Elk mens, straat, buurt, wijk en dorp is anders. Dat vraagt
om maatwerk. De hele samenleving is in transitie, ook van onderop. De
netwerksamenleving, de deeleconomie. De overheid en de instituties zullen veel
meer aan moeten sluiten bij deze ontwikkelingen in plaats van een nieuw
instituut te creëren: de sociale wijkteams. Dat vraagt om visie en een
herinrichting van het sociale domein samen met de burgers.
10. Leer van het verleden!
Leer van de do’s and dont’s van de sociale wijkteams die
de afgelopen 15 jaar ervaring hebben opgedaan met de integrale buurtaanpak. Ga
het wiel niet weer opnieuw uitvinden. Overspoel daarom Nederland met deze
boodschap: de 10 succesfactoren bij de inrichting van een sociaal wijkteam.
Mondeling, op bijeenkomsten, congressen, Twitter, Facebook, LinkedIn, YouTube,
Instagram, TV, radio, de kranten enz.
Meer informatie over zelfsturende wijkteams
Wilt u meer informatie over het over het bouwen van succesvolle zelfsturende wijkteams en het realiseren van taakvolwassenheid, neem dan contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.
Bron: Krachtproef (netwerk van opbouwwerkers)
Buurtwerk Nederland (een netwerk van zelfstandige opbouwwerkers)
Creative Tinkers (een gilde van creatieve community werkers)
Regioplan beleidsonderzoek