woensdag 21 mei 2014

De 10 succesfactoren bij de inrichting van een sociaal wijkteam

De focus van de gemeentelijke strategieën ligt meer op de integrale aanpak van de drie transities in het sociaal domein en minder vaak afzonderlijk op de decentralisatie van de AWBZ naar de Wmo.

Punten die in de meeste gemeentelijke visies naar voren komen, zijn:
• De eigen kracht of zelfredzaamheid van de burger vergroten;
• Een integrale aanpak op dorps-, wijk- of buurtniveau;
• veel aandacht voor preventie;
• Een actieve, initiërende rol van de gemeenten in het transitieproces.

Doelstellingen
De doelstellingen van de strategieën komen in grote lijnen overeen. Het gaat om het verhogen van de participatie en zelfredzaamheid, waardoor minder en/of minder snel een beroep wordt gedaan op
(zorg)voorzieningen.
Daarnaast legt een aantal gemeenten de nadruk op het vergroten van de eigen regie van burgers en op vraagsturing, middelen waarmee naar hun mening meer zorg op maat kan worden geleverd.

Wijkteams
De meeste gemeenten willen overgaan tot een vorm van organisatie van (de toegang tot) zorg en ondersteuning op dorps-, wijk- of buurtniveau.
Daarvoor worden diverse termen gebruikt zoals wijkteams, wijkzorgteams, praktijkwerkplaatsen, sociale coöperaties, welzijnsnetwerken, proeftuinen et cetera.
Soms gaat dit gepaard met een ambtelijke reorganisatie, maar meestal niet.
Hoe pak je het inrichten van een sociaal wijkteam nu het beste aan.

De 10 succesfactoren bij de inrichting van een sociaal wijkteam

1. Richt het sociale wijkteam samen met bewoners in!
Laat bewoners meedenken en meebeslissen over de inrichting van het sociale wijkteam. Wat vinden zij de belangrijkste sociaal maatschappelijke vraagstukken in de buurt, wijk of dorp? Welke professionals hebben zij nodig om hen daarbij te ondersteunen en te coachen?

2. Richt het sociale wijkteam niet probleemgericht in, maar kansgericht!
Eigen kracht, samenredzaam en burgerregie zijn belangrijke uitgangspunten voor een succesvolle aanpak. Benut naast de sociale, ook de economische kansen in het gebied. Maak van het sociale wijkteam geen casuïstieknetwerk.

3. Leg de nadruk op lichte zorg, hulp en ondersteuning!
Kies voor een preventieve aanpak en voorkom daarmee dure professionele hulp en zorg. Wees present, dicht op het dagelijks leven en gericht op zelfregie. Richt het sociale wijkteam in met professionals die dat in de genen hebben.

4. Wees creatief en ondernemend!
De samenleving vraagt om creatieve denkers en doeners. De ondernemende ondernemers. Mensen die de creativiteit en innovatiekracht uit de samenleving kunnen halen en verbinden. Mensen die nieuwe oplossingen voor oude problemen kunnen bedenken. Het sociale wijkteam moet dat zelf in zich hebben en op zoek gaan naar deze verbinders in de lokale samenleving. Om samen met hen kansen te benutten en problemen op te lossen.

5. Lokale logica boven institutionele logica!
Richt het proces in vanuit de lokale logica van de bewoners en niet vanuit de belangen van de instituties. Dat leidt uiteindelijk niet tot de gewenste effectiviteit en efficiëntie. Sterker nog door te redeneren vanuit de instituties zal hulp en zorg alleen maar duurder worden.

6. Laat de 2e lijn de 2e lijn!
Waarom moeten de 2e lijnorganisaties opeens deel gaan uitmaken van de frontlijnaanpak in de sociale wijkteams? Redenerend vanuit de community, gaat het om ondersteuning bij een zorgvraag (de wijkverpleegkundige), hulpvraag (de wijkmaatschappelijke werker) en ondersteuning bij het organiseren van collectieve activiteiten, diensten en voorzieningen (de opbouwwerker). Eventueel aangevuld met vraagstukken op het gebied van wonen (de woonconsulent), veiligheid (de wijkagent), scholing en werk (activeringsmedewerker gemeentelijke sociale dienst). Als er een specialistische hulp- en zorgvraag op tafel komt kan de specialist op maat ingevlogen worden.

7. De generalist bestaat niet!
Het bestaat niet dat 1 professional én zorg kan verlenen én hulp kan verlenen en ook nog eens bewoners kan ondersteunen, trainen en coachen bij het ontwikkelen en uitvoeren van collectieve activiteiten, diensten en voorzieningen. Een sociaal wijkteam moet wel een generalistisch team zijn. Dat betekent samen breder kijken, denken en doen.

8. In elk sociaal wijkteam moet tenminste 1 opbouwwerker zitten…(Jos van der Lans)!
Dit was een statement van Jos van der Lans tijdens het 3daagse opbouwwerkfestival Krachtproef. De WMO en Welzijn Nieuwe Stijl gaan in de kern om collectieve voorzieningen vóór individuele voorzieningen. De specialist om bewoners te ondersteunen bij de ontwikkeling en uitvoering van collectieve activiteiten, diensten en voorzieningen en het proces daarop inrichten en regisseren, is de opbouwwerker of een andere community werker. Het niet opnemen van deze professional in de sociale wijkteams, gaat ten koste van de collectieve voorzieningen, een duurzame sociale aanpak en daarmee de effectiviteit en efficiëntie van de sociale wijkteams.

9. Visie is geen blauwdruk, maar een lange zichtlijn…(Jan Rotmans)!
De inrichting van de sociale wijkteams is niet hét antwoord op de transities. Elk mens, straat, buurt, wijk en dorp is anders. Dat vraagt om maatwerk. De hele samenleving is in transitie, ook van onderop. De netwerksamenleving, de deeleconomie. De overheid en de instituties zullen veel meer aan moeten sluiten bij deze ontwikkelingen in plaats van een nieuw instituut te creëren: de sociale wijkteams. Dat vraagt om visie en een herinrichting van het sociale domein samen met de burgers.

10. Leer van het verleden!
Leer van de do’s and dont’s van de sociale wijkteams die de afgelopen 15 jaar ervaring hebben opgedaan met de integrale buurtaanpak. Ga het wiel niet weer opnieuw uitvinden. Overspoel daarom Nederland met deze boodschap: de 10 succesfactoren bij de inrichting van een sociaal wijkteam. Mondeling, op bijeenkomsten, congressen, Twitter, Facebook, LinkedIn, YouTube, Instagram, TV, radio, de kranten enz.

Meer informatie over zelfsturende wijkteams
Wilt u meer informatie over het over het bouwen van succesvolle zelfsturende wijkteams en het realiseren van taakvolwassenheid, neem dan contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.

Bron: Krachtproef (netwerk van opbouwwerkers)
 Buurtwerk Nederland (een netwerk van zelfstandige opbouwwerkers)
 Creative Tinkers (een gilde van creatieve community werkers)
 Regioplan beleidsonderzoek

Geen opmerkingen:

Een reactie posten